Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal mijn mond opendoen met [3]spreuken; ik zal [4]verborgenheden overvloediglijk uitstorten, van ouds her; 3. Hebr. spreuk. Zie 1 Kon.4:32, en van het opendoen des monds Job 33:2. 4. Gelijk ene fontein zal ik uitgieten, of uitborrelen, scherpzinnige, treffelijke en aanmerkelijke spreuken en zaken, die in voortijden geschied zijn, waarin verborgenheden vervat zijn. Zie van het Het Hebr. woord [dat ook raadselen betekent] Richt.14:12; 1 Kon.10:1; Matth.13:35, en voorts van het andere Hebr. woord, dat uitborrelen betekent, hfdst.19 vs.3.